Economie

De economie van Gambia behoort tot één van de zwaksten in de wereld. Het Bruto Nationaal Product per hoofd van de bevolking is € 350 (in Nederland meer dan € 20.000).
De Gambiaanse economie rust hoofdzakelijk op de agrarische sector. De landbouw heeft als belangrijkste exportproduct de pinda. Dat is een wankele basis, omdat de prijzen op de wereldmarkt sterk fluctueren. Op kleinere schaal worden ook specerijen, papaya en mango geëxporteerd. Voor eigen gebruik verbouwt men rijst, cassave en couscous.
April en mei, de droge maanden voor het regenseizoen, staan bekend als ‘hungry season’. De wintervoorraden zijn op en het is wachten op de nieuwe oogst. Ieder jaar weer is het afwachten hoe groot de opbrengst zal zijn, een gebrek aan regen of een sprinkhanenplaag kan de hele oogst vernietigen.

Mango’s

Het landbouwareaal neemt door uitputting van de grond sterk af. In de laatste 30 jaar is de regenval met 30% afgenomen, waardoor de droogte een steeds groter probleem wordt, evenals de erosie door ontbossing. De overheid probeert dit laatste probleem te bestrijden door het kappen van (brand-) hout te verbieden en door nieuwe bomen te planten. Maar de herbebossing is nog maar net begonnen.

De meeste verse vis die wordt gevangen op de oceaan en in de rivier wordt verkocht aan restaurants en toeristenhotels. Voor de lokale bevolking wordt de vis te koop aangeboden op de plaatselijke markt en bij kraampjes langs de weg. Een deel van de vis wordt gerookt en gaat als exportartikel naar Ghana.

Een markt in Gambia

De toeristenindustrie levert een steeds groter aandeel in het nationaal inkomen en draagt zodoende in steeds belangrijker mate bij aan de werkgelegenheid en de welvaart van de bevolking. Echter het toerisme concentreert zich voornamelijk in het westen langs de kust met z’n mooie stranden waardoor alleen de bevolking in het westen daarvan profiteert. De inwoners in het binnenland leven veelal alleen nog steeds om te overleven.

Prachtige stranden in Gambia

De verwerking van aardnoten, de assemblage van bijvoorbeeld kleine landbouwmachines, het fabriceren van kleding en de houtbewerking zorgen voor wat lichte industrie.
De informele sector met kleine handeltjes in fruit, groente en muziekcassettes zorgt voor een andere inkomstenbron. Desondanks is de werkloosheid in Gambia hoog en leven verreweg de meeste Gambianen in absolute armoede (minder dan $1 per dag te besteden).

Gambia is wat voedsel, brandstof, transportmiddelen en halffabricaten erg afhankelijk van import. De meeste import komt uit China (23%), maar ook landen als Senegal (11%) en Nederland (5%) drijven handel met Gambia. Veel voedsel zoals uien, aardappelen maar ook eieren en kippen, komt uit Nederland.