Geschiedenis

Gambia maakte ooit deel uit van het Ghanese Rijk. De eerste schriftelijke bronnen over het land zijn verslagen van Arabische handelaren uit de 9e en 10e eeuw. De Arabieren haalden slaven, goud, en ivoor uit het gebied via een handelsroute door de Sahara. In de 15e eeuw namen de Portugezen deze handel over via zeeroutes. Gambia maakte toen deel uit van het Koninkrijk Mali.

In 1588 verkocht de Portugese troonpretendent de exclusieve handelsrechten op de Gambia-rivier aan de Engelsen. Koning Jacobus I van Engeland verleende in 1618 de handelsrechten in Gambia en Goudkust aan een Brits bedrijf.

Aan het eind van de 17e eeuw en gedurende de 18e eeuw streden de Fransen en de Britten om de macht in Senegal en Gambia. Bij de Vrede van Versailles van 1783 ging het gebied naar het Verenigd Koninkrijk. Frankrijk behield een kleine enclave die in 1857 alsnog werd overgedragen. In 1889 werd overeenstemming bereikt over de grenzen. Gambia werd toen een Britse Kroonkolonie.

Republiek

In 1962 werden er algemene verkiezingen gehouden. Gambia kreeg zelfbestuur in 1963, en werd op 18 februari 1965 onafhankelijk. Het bleef echter wel lid van het Britse Commonwealth en was een constitutionele monarchie met de Britse koningin als staatshoofd. Korte tijd later stelde de regering voor Gambia om te vormen tot republiek. Het voorstel haalde aanvankelijk niet de vereiste tweederdemeerderheid. Maar op 24 april 1970 werd Gambia na een referendum alsnog een republiek.

bron: https://www.telegraaf.nl/reiskrant/bestemming/gambia/gambiaanse-atlantische-kust/20831062/__Gambia__land_met_geschiedenis_en_gebruiken__.html